gaf heruit
- Geluid: gaf heruit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɑf hɛrˈœyt / (3 lettergrepen)
- gaf her·uit
vervoeging van |
---|
heruitgeven |
gaf (…) heruit
- enkelvoud verleden tijd van heruitgeven
- Ik gaf heruit.
- Jij gaf heruit.
- Hij, zij, het gaf heruit.
- Ik gaf heruit.
- Het woord 'gaf heruit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.