Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gaar·ko·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

gaarkoken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
gaarkoken
kookte gaar
gaargekookt
zwak -t volledig
  1. (kookkunst) door in kokend water te verhitten zacht en beter eetbaar maken van voedsel
     Pel de pistaches. Breng de pistaches met weinig water aan de kook en laat ze 1-2 minuten zachtjes koken. Giet ze door een zeef af en laat ze uitdampen. Verwijder de vliesjes. Breng de rijst volgens gebruiksaanwijzing met een mespunt zout, water en de kokosmelk aan de kook en laat de rijst in ca.13 minuten gaarkoken. Halveer de granaatappel en neem de pitjes er met een lepeltje uit. Vang het vocht op Neem de rijst van het fornuis en schep in een kom. Meng er basterdsuiker en boter door en laat even afgedekt staan. Schep telkens rijst in een kommetje, druk aan en keer boven een bord. Garneer de rijst met de pistaches en granaatappelpitjes en eventueel vocht van de granaatappel. ()[2]
Uitdrukkingen en gezegden
  • In zijn sop [laten] gaarkoken
Gezegd van iemand geheel die aan diens eigen lot wordt overgelaten
 Je hoeft voortaan geen dus Michael Moore te heten om een verschil te maken tegen de grote multinationals. Volgens Ben Rattray van Change.com, waar Molly's petitie stond, vergroot het internet de solidariteit: "Vroeger zou een Molly boos naar de bank zijn gelopen om daar verhaal te halen, vervolgens zou de bank nee zeggen en kon Molly mooi in haar eigen sop gaarkoken. Met sociale media kunnen gewone mensen zoals jij en ik een groep vormen die wel degelijk een verschil kan maken."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. gaarkoken op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Recept: Kokosrijst met pistaches en granaatappel” (22 januari 2009, 01:00), Het Parool
  3.   Weblink bron “Power to the people: Een bank op de knieën” (Maandag 7 november 2011, 18:40), NOS