ga op
- Geluid: ga op (hulp, bestand)
- IPA: / ɣa ɔp / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χaˈɔp/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣaˈɔp/
- ga op
vervoeging van |
---|
opgaan |
ga op
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgaan
- Ik ga op.
- gebiedende wijs van opgaan
- Ga op!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgaan
- Ga je op?
- aanvoegende wijs van opgaan
- Het woord ga op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.