ga door
- Geluid: ga door (hulp, bestand)
- IPA: / ɣa dor / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χaˈdo̝ːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣaˈdoːr/
- ga door
vervoeging van |
---|
doorgaan |
ga door
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgaan
- Ik ga door.
- gebiedende wijs van doorgaan
- Ga door!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgaan
- Ga je door?
- aanvoegende wijs van doorgaan
- [1] doorga
- Het woord ga door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.