• fyl·le·køy·ring
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fyllekøyring     fyllekøyringa     fyllekøyringar     fyllekøyringane  

fyllekøyring, v

  1. (juridisch) , (verkeer) het rijden in dronken toestand
    «Han vart tatt for fyllekøyring med traktoren sin.»
    Hij werd gearresteerd nadat hij heeft zijn tractor gereden in dronken toestand.