• func·ti·o·ne·rend
vervoeging van: functioneren
verbogen vorm: functionerende

functionerend

  1. onvoltooid deelwoord van functioneren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen functionerend functionerender functionerendst
verbogen functionerende functionerendere functionerendste
partitief functionerends functionerenders -

functionerend

  1. in staat zijnde een bepaalde taak te vervullen
    • Het is verplicht om functionerende verlichting te hebben op je fiets als je in het donker fietst. 
    • De slecht functionerende bestuurder kreeg 2 miljoen euro als ontslag premie omdat dat bij zijn aanstelling was afgesproken.