functieverlies
- func·tie·ver·lies
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | functieverlies | functieverliezen |
| verkleinwoord |
het functieverlies o
- (medisch) vermindering van de functionaliteit van een orgaan
- ▸ Het gaat om thuiszorg voor kwetsbare ouderen die na een ziekenhuisopname risico lopen op functieverlies, waardoor ze in het dagelijks leven tegen allerlei problemen oplopen.[2]
- ▸ Zonder nazorg overlijdt dertig procent van deze patiënten binnen honderd dagen. Ze krijgen last van functieverlies, waardoor ze moeite hebben met dagelijkse handelingen als zich wassen en aankleden of boodschappen doen. Gemiddeld duurt het herstel drie tot zes maanden.[3]
- Het woord functieverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Ardi Vleugels“Tientallen ziekenhuizen geven kwetsbare ouderen thuis nazorg” (Donderdag 11 januari 2018, 16:59), NOS - ↑ Weblink bron “Betere zorg voor oudere na ziekenhuisopname redt levens” (Dinsdag 16 februari 2016, 07:54), NOS
