Eit fugleskremsle.
Een vogelverschrikker.
  • fug·le·skrems·le
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fugleskremsle     fugleskremsla     fugleskremsler     fugleskremslene  

fugleskremsle o

  1. (landbouw) vogelverschrikker
  2. (figuurlijk) een persoon die in vodden loopt