• friet·chi·nees
enkelvoud meervoud
naamwoord frietchinees frietchinezen
verkleinwoord

de frietchineesm

  1. iemand van oosterse afkomst die een patatzaak runt
    • De verkiezing van Van Dale wordt sinds 2007 gehouden in het hele Nederlandse taalgebied. Sinds 2010 bestaat er een afzonderlijke Nederlandse en Vlaamse verkiezing. Frietchinees is het Vlaamse Woord van het Jaar 2012. De Aziatische frituurhouder won het van miserietaks (crisisbelasting) en anticoalitie. Woorden die eerder wonnen bij onze zuiderburen zijn tentsletje en stoeproken. [1] 
    • De nieuwe Miss België Angeline Flor Pua uit Antwerpen heeft Filipijnse roots en dat zorgde, naast de felicitaties, ook voor heel wat racistisch commentaar. ,,Dit zal me niet stoppen om een goede miss België te worden", zo reageert ze zelf. 'Hopelijk hebben ze gecheckt of het geen ladyboy is', 'Miss België van de frietchinees' en 'Zijn we zeker dat het een miss is en niet een mister', waren enkele negatieve reacties op internet. [2] 
52 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]