fraudebestendigheid

  • frau·de·be·sten·dig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord fraudebestendigheid
verkleinwoord

de fraudebestendigheidv

  1. mate waarin iets bestand is tegen bedrog en zwendel
     Dijsselbloem neemt de taken van Weekers nu waar. "Ik hoop zeer voorlopig", voegde de minister eraan toe. Hij erkent dat het systeem van toeslagen ingewikkeld is en vindt dat de fraudebestendigheid moet worden verbeterd.[1]
     De inspectie toetste de regels nog voordat ze vorig jaar van kracht werden op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. De conclusie was dat de regels zo onduidelijk en ingewikkeld zijn dat ze moeilijk of zelfs onmogelijk zijn om na te leven.[2]
  1.   Weblink bron “"Vertrek Weekers onvermijdelijk"” (30 januari 2014), NOS
  2.   Weblink bron
    Merel Stikkelorum
    “Inspectie noemt toeslag op plastic niet uitvoerbaar, Tweede Kamer wil ervan af” (17 oktober 2023), NOS