• fox·trot·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
foxtrotten
foxtrotte
gefoxtrot
zwak -t volledig

foxtrotten

  1. inergatief de foxtrot dansen
    • Het wereldrecord foxtrotten. 
vervoeging van
foxtrotten

foxtrotten

  1. meervoud verleden tijd van foxtrotten
    • Wij foxtrotten. 
    • Jullie foxtrotten. 
    • Zij foxtrotten.