fotoportret

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fotoportret    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fo·to·por·tret

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  foto zn  en  portret zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fotoportret	fotoportretten
verkleinwoord	fotoportretje	fotoportretjes

Zelfstandig naamwoord

het fotoportret o

1. foto waarop het gezicht van een persoon of meer personen is afgebeeld

   ▸ Bezoekers kunnen naast een condoleance achterlaten ook enkele voorwerpen van Cruijff bekijken, zoals de Gouden Bal uit 1974 en een fotoportret van Paul Huf. Het register is het hele paasweekend geopend.

2. beschrijving van iets met foto's

   ▸ Fotoportret van Fred Mouw in voormalig kamp Westerbork: Fred Mouw zag als jongen hoe de kampcommandant zijn rondjes liep over het terrein van kamp Westerbork.

Gangbaarheid

• Het woord fotoportret staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.