fossa

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fossa    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fos·sa

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fossa	fossa's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fossa v / m

1. gracht, kanaal, holte, groeve

   ▸ De stiefzoon van keizer Augustus, Drusus (38-9 v. Chr.) liet zelfs een waterweg van de Rijn naar het Flevomeer graven: de fossa drusiana. In het najaar van 12 v. Chr. werd de Drususgracht gebruikt als uitvalsvaart voor een offensief tegen de opstandige Chauken, een volk dat langs de Noordzeekust woonde.

   ▸ Een kanaal tussen de Rijn bij het Duitse Rheinbeck en de Maas bij Venlo was dé troef van de Zuidelijke Nederlanden in de Tachtigjarige Oorlog. Anno 2013 wordt het landschapselement alleen door kenners herkend als de Fossa Eugeniana.

2. fretkat Cryptoprocta ferox 

Gangbaarheid

• Het woord fossa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.