Noors

Woordafbreking
  • for·tvi·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord fortvile met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 180786
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fortvila
o enkelvoud fortvila
meervoud fortvila
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fortvila

Bijvoeglijk naamwoord

fortvila

  1. desperaat, hopeloos, radeloos, vertwijfeld, wanhopig
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • for·tvi·la
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud fortvila
o enkelvoud fortvila
meervoud fortvila
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
fortvila

Bijvoeglijk naamwoord

fortvila

  1. desperaat, hopeloos, radeloos, vertwijfeld, wanhopig
Schrijfwijzen

Werkwoord

fortvila

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast fortvile, zie aldaar

fortvila

  1. verleden tijd van fortvila
  2. voltooid deelwoord van fortvila
Schrijfwijzen

fortvila

  1. gebiedende wijs van fortvila
Schrijfwijzen

Werkwoord

fortvila

  1. verleden tijd van fortvile
  2. voltooid deelwoord van fortvile
Schrijfwijzen

fortvila

  1. verleden tijd van fortvile
  2. voltooid deelwoord van fortvile
Schrijfwijzen

fortvila

  1. gebiedende wijs van fortvile
Schrijfwijzen