• for·nem·me
  • Deense bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 5360

fornemme, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fornem

fornemme, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fornem


  • for·nem·me
  • Afkomstig uit het Nederduits met het voorvoegsel for-
Naar frequentie 12866

fornemme, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fornem

fornemme, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fornem
vervoeging
onbepaalde wijs fornemme fornemme
tegenwoordige tijd fornemmer fornemmer
verleden tijd fornemma
fornemmet
fornam
voltooid
deelwoord
fornemma
fornemmet
fornemmet
onvoltooid
deelwoord
fornemmende fornemmende
lijdende vorm fornemmes fornemmes
gebiedende wijs fornem fornem
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak onregelmatig
opmerking optioneel optioneel

fornemme

  1. bespeuren, opvatten


  • for·nem·me
  • Nynorske bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel for-

fornemme, m /v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van fornem

fornemme, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van fornem