Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • for·ma·tie·op·dracht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord formatieopdracht formatieopdrachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de formatieopdrachtv / m

  1. (politiek) opdracht gegeven door het staatshoofd om een coalitieregering te vormen
     Tsipras zal zijn formatieopdracht morgen teruggeven. Dan mag de socialistische voorman Evangelos Venizelos nog een poging wagen. Als ook dat niet lukt, moeten de Grieken waarschijnlijk volgende maand opnieuw naar de stembus.[1]
     De koningin heeft in haar opdracht ook gewezen op de "moeilijke situatie waarin het land verkeert". Rosenthal heeft opgezocht wanneer een Nederlands staatshoofd dergelijke woorden in een formatieopdracht heeft geschreven.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ook tweede Griekse formateur faalt” (Woensdag 9 mei 2012, 20:04), NOS
  2.   Weblink bron “Verhagen doet niet mee aan eerste ronde” (Dinsdag 15 juni 2010, 07:13), NOS