formalisering
- for·ma·li·se·ring
- afleiding van naamwoord van handeling van formaliseren met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | formalisering | formaliseringen |
verkleinwoord |
de formalisering v
- de keer dat men iets heel precies formuleert en vastlegt
- ▸ De overeenkomst gaat onder meer over de toegankelijkheid en het gebruik van landbouwgrond, formalisering van het eigendomsrecht, regelingen voor arbeidsrecht, toegang tot kredieten, water, gezondheidszorg en sociale voorzieningen.[2]
- ▸ Premier Rutte zei gisteravond in het tv-programma Pauw en Witteman al dat hij het nog te vroeg is voor economische sancties. Kamp wil daar ook na de formalisering van annexatie van de Krim aan vasthouden. "Wij gaan in Nederland niet van de Europese lijn afwijken."[3]
- Het woord formalisering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Kees Elenbaas“Landakkoord Colombia en FARC” (Zondag 26 mei 2013, 22:45), NOS
- ↑ Weblink bron “Kritiek Van Vollenhoven Ruslandreis” (Dinsdag 18 maart 2014, 13:58), NOS