• for·ce ma·jeu·re
  • uit het Frans
enkelvoud meervoud
naamwoord force majeure
verkleinwoord

de force majeurev / m

  1. onvoorziene overmacht
     Volgens de grootste internationale cao in de scheepvaart, waar ongeveer 190.000 zeevarenden onder vallen, is de maximumtermijn voor een contract negen maanden. Wegens 'force majeure', oftewel onvoorziene overmacht, werd dat twee keer verlengd. Begin mei werd een plan voor corridors gepresenteerd, met het verzoek aan overheden om dat voor 16 juni in te voeren.[1]
     Het beroep op overmacht, ook wel force majeure genoemd, is een uitweg in contracten om in uitzonderlijke omstandigheden verplichtingen niet te hoeven na te komen. Mogelijk probeert Gazprom zich op deze manier alvast in te dekken tegen eventuele compensatie-eisen voor als het geen gas meer levert.[2]
  1.   Weblink bron “Scheepsbemanningen niet afgelost, 'Je zit eigenlijk gewoon gevangen aan boord'” (Zaterdag 13 juni 2020), NOS
  2.   Weblink bron “Gazprom kan door 'overmacht' geen gas meer leveren aan grote Europese klanten” (Maandag 18 juli 2022), NOS