Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fo·no·theek
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van met het voorvoegsel fono- met het achtervoegsel -theek
enkelvoud meervoud
naamwoord fonotheek fonotheken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fonotheekv

  1. bibliotheek voor geluidsdragers
     Met Spotify heb je de Centrale Discotheek, een onderdeel van de Gemeentebibliotheek Rotterdam die zich profileert als de grootste fonotheek van Europa, bij wijze van spreken aan huis.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bijna alles voor bijna niks” (04/03/2011), HP de Tijd
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be