• fon·due
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gesmoltenkaasgerecht’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fondue fondues
verkleinwoord - -

de fonduev / m [3]

  1. (voeding) traditioneel Zwitsers gerecht van gesmolten kaas waarin stukjes brood worden gedoopt. Variaties zijn het dopen van stukjes vlees in hete olie (fondue bourguignonne) of bouillon en van stukjes cake in chocolade
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]