Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fok·ver·bod
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fokverbod fokverboden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fokverbodo

  1. een wettelijk verbod om bepaalde dieren te kweken
    • Kamerlid William Moorlag vindt dat er een verbod moet komen op het fokken van „honden die gevaarlijk zijn in hun gedrag of kenmerken.” Dat zegt hij zaterdagavond in televisieprogramma KASSA, in aanloop naar de vergadering over vechthonden, volgende week in de Tweede Kamer.[1] 
    • Hij wijst erop dat bij eerdere dierenziektes, zoals de vogelgriep en varkenspest, er wel meteen adequate maatregelen werden genomen. „Toen werden er voor de hand liggende maatregelen genomen, zoals een fokverbod, een transportverbod en een uitrijverbod van mest.”[2] 
    • De Stichting Dier&Recht wil een fokverbod voor rashonden om erfelijke ziekten bij deze huisdieren uit te bannen. Maar de meningen bij de stellingdeelnemers hierover zijn erg verdeeld: 48 procent is voor een fokverbod, terwijl 46 procent tegen is.[3] 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 04 feb. 2018
  2. de Telegraaf 12 okt. 2016
  3. de Telegraaf 17 sep. 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be