fokschaap
- fok·schaap
- samenstelling van fok ww en schaap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fokschaap | fokschapen |
verkleinwoord | fokschaapje | fokschaapjes |
het fokschaap o
- schaap om mee te fokken
- woord waarin alle medeklinkers voorkomen waarna een t volgt: f(o)ksch(aa)p net als k(o)fsch(i)p
- Het woord fokschaap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.