foeliën
- foe·liën, foe·li·en
- afgeleid van foelie zn met het achtervoegsel -en, op te vatten als verouderde vorm van foliën ww [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
foeliën |
foeliede |
gefoelied |
zwak -d | volledig |
foeliën
- overgankelijk met een dun laagje metaal bedekken
- Het woord 'foeliën' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ folie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Johan Meerman“Eenige berichten omtrent het noorden en noord-oosten van Europa. Deel 3.” (1805), Erven van Isaac van Cleef, Den Haag, p. 363