flunkande
- flun·kan·de
- Afkomstig van Deens: flunkende ww , onvoltooid deelwoord van vlunke ww ("knipperen, schijnen, achitteren") ← Middelnederduits: vlunken ww ← Nedersaksisch: vlunke ww ("flitsen") met het achtervoegsel -ande
flunkande [1]
- totaal, alleen gebruikt in de Nynorske uitdrukking flunkande ny (nye, nytt) in de zin van gloednieuw, hagelnieuw