flirterig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  flirterig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• flir·te·rig

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van flirten met het achtervoegsel -erig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	flirterig	flirteriger	flirterigst
verbogen	flirterige	flirterigere	flirterigste
partitief	flirterigs	flirterigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

flirterig

1. betrekking hebbend op het versieren van een seksuele partner

   • De man keek flirterig naar de mooie vrouw terwijl hij hand in hand liep met zijn vriendinnetje. 

Gangbaarheid

• Het woord flirterig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flirterig" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.