• fles·sen·rek
enkelvoud meervoud
naamwoord flessenrek flessenrekken
verkleinwoord flessenrekje flessenrekjes

het flessenreko

  1. (meubel) meubel voor het opbergen van flessen
     Een wat vage zee van licht is deze boom van Sanne Hans. En dat geldt natuurlijk ook voor het haardvuur. Miss Montreal vereeuwigde haar boom ietwat onduidelijk, zodat de spar lastig te zien is. Het enorme flessenrek (met nog maar één fles) is beter zichtbaar.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Tom Tates en Suzanne Borgdorff
    “Ranking the trees: de mooiste en lelijkste kerstbomen van de sterren” (23-12-2017), Tubantia