flessen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fles·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
flessen |
fleste |
geflest |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
flessen
- overgankelijk bedriegen, oplichten
- Hij heeft de boel geflest!
Zelfstandig naamwoord
de flessen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord fles
Gangbaarheid
- Het woord flessen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flessen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Achterhoeks
Zelfstandig naamwoord
flessen
- meervoud van flesse
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
flessen
- meervoud van flesse