• fles·te
vervoeging van
flessen

fleste

  1. enkelvoud verleden tijd van flessen
    • Ik fleste. 
    • Jij fleste. 
    • Hij, zij, het fleste. 


  • fles·te
Naar frequentie 1053

fleste, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van mange

fleste mv

  1. meeste
  • de fleste
de meesten


  • fles·te

fleste, m / v / o / mv

  1. bepaalde vorm enkelvoud en meervoud van de overtreffende trap van mang ein

fleste mv

  1. meeste
  • dei fleste
de meesten