• fla·tu·len·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord flatulentie flatulenties
verkleinwoord - -

de flatulentiev

  1. (medisch) opgeblazenheid, een gasophoping in de darmen
69 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be