Nederlands

 
clown met flapschoen
Uitspraak
Woordafbreking
  • flap·schoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flapschoen flapschoenen
verkleinwoord flapschoentje flapschoentjes

Zelfstandig naamwoord

de flapschoenm

  1. schoen met een verlengde neus, zoals sommige clowns dragen

Gangbaarheid