fitnesstracker
  • fit·ness·trac·ker
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord fitnesstracker fitnesstrackers
verkleinwoord fitnesstrackertje fitnesstrackertjes

de fitnesstrackerm

  1. apparaat waarmee men de hartslag, het aantal afgelde stappen e.d. kan meten tijdens sporten
     AirPods Pro 2 met fitnesstrackers[1]
     Google kondigde eind vorig jaar aan Fitbit over te willen nemen voor 2,1 miljard dollar. Dat Amerikaanse bedrijf maakt onder meer fitnesstrackers en smartwatches waarmee niet alleen tijden van hardlooprondjes worden bijgehouden, maar bijvoorbeeld ook de hartslag.[2]


  1.   Weblink bron “De grote Apple-aankondigingen van vanavond zijn al gelekt: dit gaat er gebeuren” (07-09-2022), Tubantia
  2.   Weblink bron “Fitbit mag van Brussel meelopen met Google” (17 dec. 2020), De Telegraaf