firme v

  1. firma


  • fir·me
  enkelvoud meervoud
mannelijk firme firmes
vrouwelijk firme firmes

firme

  1. flink, vastberaden
vervoeging van
firmar

firme

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van firmar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van firmar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van firmar