filmograaf
- Geluid: filmograaf (hulp, bestand)
- fil·mo·graaf
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | filmograaf | filmografen |
verkleinwoord | filmograafje | filmograafjes |
de filmograaf m
- apparaat dat een dunne laag van een substantie op een substraat kan aanbrengen
- Het woord 'filmograaf' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.