Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·straat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘onderlaag’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van het Latijnse sternere (op de grond uitspreiden) met het voorvoegsel sub- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord substraat substraten
verkleinwoord substraatje substraatjes

Zelfstandig naamwoord

het substraato

  1. ondergrond, onderlaag
  2. (medisch) stof waarop een giststof inwerkt
  3. (sociologie) cultuur of taal die verdrongen wordt door een andere
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen