fileren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fileren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fi·le·ren

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘van bot of graat ontdoen’ voor het eerst aangetroffen in 1900
• uit het Frans met het achtervoegsel -eren

Werkwoord

fileren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
fileren	fileerde	gefileerd
zwak -d	volledig

1. vis of vlees ontdoen van graten of botten / het schoonmaken van vis of vlees

   • Doe eens gek: elanden spotten, damhert fileren en verse worst draaien in de Zweedse wildernis. 

   ▸ Het familierecord in het schoonmaken en fileren van een bot of schol zodat hij klaar was voor de koekenpan was veertien seconden.

2. (figuurlijk) scherp onderzoeken door alle schone schijn ergens van af te halen

   • Sterker is Jacobson in het fileren van de tijdgeest. ‘Degene die het minst geschikt was voor de baan, kon makkelijk degene blijken te zijn die het meest geschikt was voor de baan,’ schrijft hij. We zijn maar een haar verwijderd ‘van de overtuiging dat iedereen die dom is intelligenter is dan iedereen die slim is.’  

   ▸ De volgende dagen liepen we vaak de eerste paar uur samen op, hoewel we allebei graag alleen wilden lopen. Het was een soort lange scène uit een Woody Allen film waarin we alles en iedereen analyseerden en vervolgens fileerden.

Vertalingen

    1. vis of vlees ontdoen van graten of botten / het schoonmaken van vis of vlees   

Engels: fillet (en)

Gangbaarheid

• Het woord fileren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fileren" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
97 %	van de Vlamingen.