Fileparkeren.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fi·le·par·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fileparkeren

filegeparkeerd
gefileparkeerd
onvolledig

Werkwoord

fileparkeren

  1. inergatief, (verkeer) de auto parkeren in de ruimte tussen twee achter elkaar staande auto's
Opmerkingen
  • De te-vorm komt zowel gescheiden als ongescheiden voor en hetzelfde geldt voor het voltooid deelwoord

Meer informatie

Gangbaarheid