fietsventieldopje

  • fiets·ven·tiel·dop·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord fietsventieldopje fietsventieldopjes

het fietsventieldopjeo dim. tant.

  1. een dopje dat op een fietsventiel gedraaid wordt, zodat er geen zand en dergelijke in het ventiel kan komen
    • Ik ben het fietsventieldopje kwijt.