fietsventieldopje
- fiets·ven·tiel·dop·je
- samenstelling van fietsventiel en dopje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | fietsventieldopje | fietsventieldopjes |
het fietsventieldopje o dim. tant.
- een dopje dat op een fietsventiel gedraaid wordt, zodat er geen zand en dergelijke in het ventiel kan komen
- Ik ben het fietsventieldopje kwijt.
- Het woord 'fietsventieldopje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.