Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fes·ti·val·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord festivallocatie festivallocaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de festivallocatiev

  1. plaats waar een feestelijk evenement wordt gehouden
     Amsterdam heeft nog gekeken of een tijdelijke festivallocatie met een van de grote Lowlands-tenten een optie was, met daaromheen foodtrucks en paviljoens met muziek. Maar deze optie bleek te complex en leverde volgens burgemeester Halsema te veel beperkingen en onzekerheden op.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Amsterdam haakt af als organisator van Songfestival” (Donderdag 4 juli 2019, 17:34), NOS