faseren
Niet te verwarren met: fraseren |
- fa·se·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
faseren |
faseerde |
gefaseerd |
zwak -d | volledig |
faseren
- overgankelijk in fasen onderverdelen, spreiden
- Door te faseren wordt een project in de tijd in delen uiteengerafeld.
- Het woord faseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "faseren" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be