farbrengen
- far·bren·gen
- Herkomst: Jiddisj, letterlijk: 'doorbrengen (van tijd)' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | farbrengen | farbrengens |
verkleinwoord |
het farbrengen o
- (Jiddisch-Hebreeuws) bijeenkomst van Lubavitcher chassidiem chassied, onder meer jaarlijkse herdenking van het overlijden van de stichter van hun beweging, rabbi Sjneoer Zalman van Ljadi
- Het woord 'farbrengen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.