fanaloka
- (IPA in voorbereiding)
- fa·na·lo·ka
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fanaloka | fanaloka's |
verkleinwoord | fanalokaatje | fanalokaatjes |
de fanaloka m
- (roofdieren) Fossa fossana een roofdier uit de familie der Madagaskarcivetkatten (Eupleridae). De fanaloka is de enige soort uit het geslacht Fossa
- Het woord 'fanaloka' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.