• fa·mi·lie·ve·te
enkelvoud meervoud
naamwoord familievete familieveten
familievetes
verkleinwoord

de familievetev / m

  1. langdurig bestaande ruzie binnen een groep bloedverwanten
     Volgens het Openbaar Ministerie was er een familievete tussen de mannen die allebei opgroeiden in Kosovo. De vader van de verdachte zou in het verleden in Kosovo zijn omgebracht door de broer van het slachtoffer. De moord moet volgens de officier van justitie daarom gezien worden als bloedwraak.[2]
     Er zou sprake zijn geweest van een familievete, maar de daders zijn nooit gepakt. Korte tijd later trouwde Thabane met zijn huidige vrouw. Zij is officieel aangeklaagd voor betrokkenheid bij de moord, maar het stel spreekt alle beschuldigingen tegen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Emoties lopen hoog op bij zaak over vermoedelijke bloedwraak” (Dinsdag 24 september 2019), NOS
  3.   Weblink bron “Premier Lesotho stapt op na beschuldiging van moord op ex-vrouw” (Dinsdag 19 mei 2020), NOS