• fa·mi·lie·stich·ting
enkelvoud meervoud
naamwoord familiestichting familiestichtingen
verkleinwoord

de familiestichtingv

  1. organisatie zonder winstoogmerk die opgericht is en geleid wordt door één of meer leden van één familie
     De relatie tussen Lynns voormalige werkgever en Google is volgens de krant innig. Sinds de oprichting in 1999 heeft de organisatie 22 miljoen dollar ontvangen van Google, Eric Schmidt (voorzitter van de raad van commissarissen van Googles moederbedrijf Alphabet) en de familiestichting van Schmidt.[2]
     De familiestichting, waarvan Johan van Gogh deel uitmaakte, verkocht in 1962 het familiebezit van honderden schilderijen, tekeningen en brieven van Vincent van Gogh aan de staat, op voorwaarde dat de collectie in een museum zou worden ondergebracht. Het Van Gogh Museum in Amsterdam ging in 1973 open.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Amerikanen doen boekje open over machtsmisbruik Google” (Vrijdag 1 september 2017, 12:04), NOS
  3.   Weblink bron “Vader Theo van Gogh overleden” (23-02-2019), Tubantia