familiedrama
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·mi·lie·dra·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van familie zn en drama zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | familiedrama | familiedrama's |
verkleinwoord | familiedramaatje | familiedramaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het familiedrama o
- een ingrijpende gebeurtenis in familieverband
Gangbaarheid
- Het woord familiedrama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.