fadozangeres
  • fa·do·zan·ge·res
enkelvoud meervoud
naamwoord fadozangeres fadozangeressen
verkleinwoord

de fadozangeresv

  1. (muziek) (beroep) vrouwelijke zanger van Portugese volksmuziek
     Ooit werd hij bij een concert van de beroemde Portugese fadozangeres Ana Moura op het podium geroepen om een duet te zingen. De beelden zijn nog te vinden op YouTube. Tot zijn ontsteltenis. "Alsjeblieft, begin daar niet over. Ik houd van fado, maar toen heb ik de muziek echt geweld aangedaan."[1]
     De vraag is of Portugal de groei kan vasthouden en beter voorbereid is op nieuw economisch zwaar weer. Pedro, de eigenaar van Mesa de Frades, haalt zijn schouders op terwijl hij naar de fadozangeres achter in zijn restaurant kijkt. De zaal was ooit een kerk, maar is al bijna een halve eeuw in handen van de fadozangers van de wijk. "Ach, we leven in Portugal van dag tot dag", zegt hij. "Het is altijd carpe diem. Daardoor zullen we nooit klaar zijn voor een volgende crisis."[2]
  1.   Weblink bron
    Arthur Huizinga
    “De tragische levenslessen van Vitesse-doelman Eduardo” (Zondag 16 september 2018, 09:20), NOS
  2.   Weblink bron “Songfestivalorganisator Portugal maakt ongekende bloei door” (Donderdag 10 mei 2018, 18:23), NOS