ex-patiënt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ex-patiënt    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɛkspaˌʃɛnt / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• ex-·pa·ti·ënt

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van patiënt met het voorvoegsel ex-, geschreven met een koppelteken volgens spellingregel 6.I

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ex-patiënt	ex-patiënten
verkleinwoord	ex-patiëntje	ex-patiëntjes

Zelfstandig naamwoord

de ex-patiënt m

1. (medisch) persoon een ziekte heeft gehad maar daar nu van genezen is

Gangbaarheid

• Het woord ex-patiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.