evenaring

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  evenaring    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• eve·na·ring

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van evenaren met het achtervoegsel -ing

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	evenaring	evenaringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de evenaring v

1. het leveren van een gelijke (top)prestatie

   • De Colombiaan bezorgde Quick-Step de 71e zege van dit seizoen, een evenaring van het record uit 2000 van Mapei-Quick Step. ,,We hadden daar toen wel 43 renners voor nodig en reden een driedubbel programma, zei de markante ploegbaas Patrick Lefevere onlangs, toen het record in beeld kwam. ,,Nu deden we het met 28 renners. Ineens is 71 overwinningen geen verre droom meer.  
   • Zes rode kaarten op één dag in Eredivisie evenaring van record: Robin van Persie en Danilho Doekhi hebben er in de blessuretijd van Feyenoord - Vitesse nog voor gezorgd dat er een rode kaartenrecord is geëvenaard. Op deze zondag werden er liefst zes rode kaarten uitgedeeld, dat gebeurde op 20 augustus 1997 ook.  
   • Evenaring baanrecord van Luiten op The Dutch: De Belg Thomas Detry heeft zaterdagmiddag het baanrecord geëvenaard van Joost Luiten tijdens de KLM Open op The Dutch. De 26-jarige Detry kwam in zijn derde ronde tot een score van 63 (-8), goed voor een totaal van -9 in het toernooi.  

Gangbaarheid

• Het woord evenaring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evenaring" herkend door:

87 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.