• eu·rit·mie
enkelvoud meervoud
naamwoord euritmie -
verkleinwoord - -

de euritmiev

  1. (dans) een expressieve danskunst, die in het begin van de twintigste eeuw (circa 1908 - 1925) in Duitsland en Zwitserland in de kringen rond Rudolf Steiner   ontstond
58 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[3]