eterniet
- eter·niet
- In de betekenis van ‘asbestcementlei’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1917 [1]
- afgeleid van het Latijnse aeternus [eeuwigdurend] met het achtervoegsel -iet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eterniet | - |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) met asbestvezels versterkt cement, gebruikt als bouwmateriaal vervaardigd door de firma Eternit
- Het woord eterniet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eterniet" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "eterniet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ eterniet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be