Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eta·gè·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord etagère etagères
verkleinwoord etagèretje etagèretjes

Zelfstandig naamwoord

de etagèrev / m

  1. Schotelrek. Stellage met boven elkaar geplaatste bladen voor op tafel.
    • Om ruimte te sparen is het gebruikelijk om de etenswaren op een étagère te serveren. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen